Reanimeren

Reanimeren: Ja, tenzij…
Bij een hartstilstand houd uw hart op met kloppen en haalt u geen adem meer. Stel dat u plotseling een hartstilstand krijgt, dan wordt u altijd gereanimeerd, tenzij dat anders met u is afgesproken. Reanimatie omvat de medische handelingen (zoals hartmassage en mond-op-mond beademing), waarmee wordt beoogd het leven van patiënten in stand te houden.

Als er snel gereanimeerd wordt en u bent redelijk gezond, dan is er een kans dat u de hartstilstand overleeft. Naarmate de tijd tot reanimatie langer duurt, of wanneer u bekend bent met onderliggende aandoeningen als hartfalen, of COPD, worden uw kansen op een succesvolle reanimatie (met weinig restschade) steeds kleiner.

Op medische gronden kan ervoor worden gekozen om na een hartstilstand niet te reanimeren, maar u kunt hier ook zelf voor kiezen. Als u redenen heeft om niet gereanimeerd te willen worden, dan kunt u dit bespreekbaar maken met uw arts en dan wordt die wens gerespecteerd. Uw beslissing wordt schriftelijk vastgelegd in uw medisch dossier. Op deze manier is voor iedereen die bij u betrokken is duidelijk wat er moet gebeuren bij een hartstilstand.

Heeft u een wens om niet gereanimeerd te worden?
Bespreek dit dan met uw huisarts.